In Memoriam Klaas Bolt
door: Jean Telder
Klaas Bolt,
een door velen gekende naam, sinds 1953 als kerkorganist werkzaam
in de Grote of Sint Bavokerk te Haarlem. Hij bespeelde tijdens de
vieringen op zondag het wereldberoemde Müller orgel. Deze functie
heeft hij bekleed tot aan het einde van zijn leven. Hij overleed
op 11 april van dit jaar te Haarlem na maandenlang zeer ernstig
ziek te zijn geweest.
Klaas Bolt heeft
zeer intensief geleefd. Soms kwam hij wat schuchter en verlegen
over, soms was hij ongekend fel, als men hem te na kwam op zijn
vakgebied dat in alle opzichten zijn liefde had: de orgel- bouw
en de protestantse gemeentezang. Van huis uit was Klaas Bolt met
het orgel en de gemeentezang vertrouwd. Hij werd op 6 maart 1927
als zoon in een Gronings onderwijzersgezin geboren. Vader was naast
onderwijzer ook werkzaam als koordirigent en kerkorganist te Appingedam.
Al op zeer jonge
leeftijd toonde Klaas meer dan gewone belangstelling voor de piano
en het pedaalharmonium ten huize van de familie Bolt. Eerst kreeg
Klaas Bolt pianoles, maar al vlug werd duidelijk, dat het orgel
hem meer zou liggen. Johan van Meurs, destijds organist op het beroemde
Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te Groningen werd zijn orgelleraar.
Zo leerde Klaas Bolt het typische Groninger orgelland kennen. Na
aanvankelijk voor een loopbaan in het onderwijs te hebben gekozen
werd tijdens de kweekschoolopleiding steeds duidelijker dat een
keuze voor de muziek de enige juiste zou zijn.
Via de staatsexamens
A en B voor orgel werd Klaas Bolt vakmusicus met een zeer hoog cijfer
voor improvisatie. In deze hoogste kunst van orgelspel, het componeren
aan het klavier, heeft hij zich nog verder bekwaamd onder de bezielende
leiding van de nestor der Nederlandse improvisatoren, Cor Kee. Tot
twee keer toe, in 1956 en 1957 is hij de winnaar geweest van het
Internationale Orgelimprovisatie concours te Haarlem.
De gemeentezang
van het protestantse Nederland heeft Klaas Bolt altijd als een in
de wereld uniek cultuurgoed gezien. Mede door zijn vele onderzoekingen
op orgelbouwkundig gebied werd zijn beeldvorming rond de gemeentezang
in vroeger eeuwen steeds duidelijker bepaald en het is de grote
verdienste van Klaas Bolt geweest de op zich in zijn ogen verworden
gemeentezang weer op wegen te leiden naar hoe het ook zou kunnen
klinken in onze eigen dynamische tijd. Mede onder zijn invloed heeft
de Nederlandse Organistenvereniging rond haar 90-jarig bestaan er
een speciale studie aan gewijd.
Na de tweede
wereldoorlog is het Lambert Erné geweest die de Nederlandse
orgelbouw de mogelijkheden heeft aangegeven weer orgels te gaan
bouwen volgens het mechanische systeem. De Deense orgelmaker Marcussen
stond een aantal jaren in ons land ten voorbeeld, getuige het in
1956 voltooide Marcussen-orgel in de Nicolaikerk te Utrecht. Voor
Klaas Bolt was de periode van de neobarok even wel geen doel op
zich maar een goed uitgangspunt om historiserend bouwend verder
te gaan.
Het is de grote
verdienste van Klaas Bolt geweest, dat hij de orgelmakers in ons
eigen land maar even goed tot ver over onze landsgrenzen heen de
wegen heeft aangegeven hoe vanuit de historie het oude ambacht tot
grotere bloei kon komen. Het moge duidelijk zijn, dat het Groninger
orgelland in deze model heeft gestaan. Het Groninger orgeltype moet
in eigen regio steun geven aan de daar zeer karakteristieke wijze
van gemeentezang, een wijze van zingen die de volbloed Groninger
Klaas Bolt zo na aan het hart heeft gelegen.
Klaas Bolt was
organist, maar vooral kerkmusicus. Zijn grote passie was het spelen
van kerkdiensten en het leiden van de zingende gemeente. Als geen
ander kon hij het kerklied aan de gemeente bekend maken door te
improviseren, een wijze van werken die Klaas Bolt op wat eenzame
hoogte plaatste. Hij verstond de taal der muziek van deze eeuw uitstekend,
maar was zich tegelijkertijd terdege bewust, dat deze taal onder
de kerkgangers maar door een enkeling wordt verstaan. Tot de kerkbezoeker
sprak hij de taal van het volk, vakkundig, goed verstaanbaar, zonder
zich te verliezen in banale sentimenten. Studeren was voor hem noodzaak.
Hij stelde dit als voorwaarde om in de viering van de gemeenteorganist
te mogen zijn.
Zaterdag 14
april, Stille zaterdag Anno Domini 1990, namen honderden in de Bavokerk
te Haarlem bijeengekomen vrienden en bekenden afscheid van Klaas
Bolt, de muzikant, die voor zeer velen van zeer grote betekenis
is geweest. Met hem is een periode in de orgelgeschiedenis van ons
vaderland af gesloten.
Opmerkelijk
is, dat Klaas Bolt tezamen met zijn vrouw Margarete Bartels, met
wie hij nog maar een paar maanden was getrouwd, de gehele herdenkingsdienst
heeft voorbereid. Zo waren de schriftgedeelten en de liederen bepaald,
alsmede de literatuur en de thema's voor de improvisatie, te spelen
door zelf gekozen collega-muzikanten.
Hans van Nieuwkoop
speelde zo de bewerking van Johannes Gijsbertus Bastiaans, de collega
uit de negentiende eeuw van Klaas Bolt, op de melodie van gezang
330. ,,Heb dank, o God van alle leven." Een bewuste keuze van
Klaas Bolt. Wie Klaas persoonlijk heeft gekend herkent hem hierin.
Ik wil graag met de tekst van dit gezang van de hand van Fedde Schurer
dit woord van herdenken besluiten.
,Heb dank, o
God van alle leven,
die zijt alleen uzelf bekend,
dat Gij uw woord ons hebt gegeven,
uw licht en liefd' ons toegewend
Nu rijst uit
elke nacht uw morgen,
nu wijkt uw troost niet meer van d'aard,
en wat voor wijzen bleef verborgen
werd kinderen geopenbaard
Bron: Organist & Eredienst juni 1990
|